zaterdag 25 april 2020

Te slecht

Op bezoek in het atelier. Ik raakte helemaal in vervoering. Daar lag zo maar een tekening uit Papa is een hond! Donald Duck, 1977, zo rond mijn verjaardag gepubliceerd. Ik zal zes, of net zeven zijn geweest toen ik het verhaal van Guus Kuijer in het blad zag. En vond het eng! Fascinerend, maar eng!

Mark wordt wakker, en ontdekt dat iedereen, behalve hij, in een dier is verandert. Ach, wat hadden we het toen eigenlijk makkelijk als kinderen. Tegenwoordig word je wakker, en is iedereen een zombie geworden die niets liever willen dan eens fijn in je kuiten bijten...

Maar goed, deze tekening dus:



Díe wilde ik natuurlijk maar wat graag kopen. Maar had buiten Follet gerekend. Of ik die tekening echt wilde hebben? Even dacht ik dat hij hem per sé zelf wilde houden en hem had beledigd door het überhaubt te vragen. Maar nee. Dat meende ik toch niet! Wilde ik nu écht zo'n slechte tekening kopen? Nee, hoor, daar kon geen sprake van zijn, daar was mijn verzameling te mooi voor!

Tja, daar sta je dan. Natuurlijk had Follet mooiere tekeningen bij dit verhaal gemaakt, maar ja, die had hij niet meer. En over de tekening viel overduidelijk niet te onderhandelen.

Thuisgekomen schreef ik hem er toch een brief over. Verzamelen is grotendeels het behouden van sentiment. Ik heb het vaak, dat ik een boek of origineel koop, omdat het me terugvoert naar mijn jeugd. Soms gaat het om topstukken, zoals Jan Wesselings omslag van Oorlogswinter, soms gaat het om iets onbenulligs. Dat probeerde ik hem zo goed mogelijk uit te leggen. Dat die tekening natuurlijk slecht was (ahum), maar dat ik hem toch alstublieft heel graag zou kopen.

Ook Follet had gelukkig wel eens een sentimentele bui, wat hem mild stemde over slechte tekeningen. Een paar dagen later bracht de post een pakje uit Linkebeek met de tekening er in. Een cadeau. Er stond nog een opdracht op:

Later bemachtigde ik nog twee tekeningen uit Papa is een hond, maar mooier dan dit werden ze niet.



zaterdag 18 april 2020

Zoologique

Mag ik u voorstellen: Wild Bill Cody



Ik weet eerlijk gezegd niet of dat echt zijn naam is, het was in elk geval de naam die in me opkwam toen ik hem voor het eerst zag.

Follet had een map met allemaal rare dieren en schepsels er in. Op zich geloofde je meteen dat ze bestonden, maar terugvinden in een dierenencyclopedie doe je ze niet. Het waren beesten die in hem opkwamen en die hij dan spontaan tekende of schilderde.

Hij had er ook een naam voor bedacht: Zoologique, oftewel de logische Zoo.

Het ene beest was nog leuker dan het andere, ik had de hele map wel willen hebben. Maar dat was 'nicht im vrage'. Na enig aandringen mocht ik er dan eentje uitzoeken, en dat werd dus Wild Bill. Die blik, die hoed, daar kun je toch geen nee tegen zeggen?

Later stuurde hij me er nog een:


Dit kan natuurlijk ook gewoon de gelaarsde kat zijn. Toch is het een heerlijk plaatje. De vlotheid waarmee hij het maakte. Getekend met een zacht potlood en daarna met een beetje acryl wat kleur aangebracht... en ineens was er leven. En een lieve opdracht.

Desondanks blijft Bill mijn favoriet.

zaterdag 11 april 2020

De eerste Steven

Ineens lagen ze op tafel, de originelen van het eerste Steven Severijn-verhaal: Het vertrek. Follet tekende Severijn vanaf het begin van het weekblad Eppo in 1975. Het blad was ontstaan uit het samengaan van Pep en Sjors en Martin Lodewijk, die artistiek hoofdredacteur van het nieuwe blad was, wilde per se een strip van Follet in het blad hebben. Dat werd dus Steven Severijn.

De opzet van de strip was heel aardig: een jongetje emigreert met zijn familie naar Amerika, raakt net voor het vertrek van ze gescheiden en doet er dan alles aan om ze terug te vinden. Mogelijkheden te over, en hij kan over de hele wereld reizen, wat ook gebeurt. Toch bloedde de serie al snel dood. Er werden weliswaar negen verhalen gemaakt, maar er werd niet uit de serie gehaald, wat er in zat, en dat lag zeker niet aan Follet. Die tekende de sterren van de hemel. 

Het probleem met het zwartwit-werk van Follet is, dat het eigenlijk al helemaal af is. Letteren en verder niets meer aan doen, en zeker niet inkleuren. Eigenlijk net als met het werk van Hans Kresse. Toch werden de Steven-verhalen ingekleurd voor Eppo, en dat maakte het er niet beter op. De inkleuring op zich was niet onaardig - meestal dan, maar de druk van het blad was op z'n best slecht, en ook de albumuitgaven waren op dat gebied niet beter. Verre van dat.

Ze lagen dus op tafel, de platen van het eerste verhaal. Was ik misschien geïnteresseerd? Dat altijd, alleen, welke neem je dan? De allereerste? Dat was niet echt de meest spannende plaat, toch maar even doorkijken die stapel, en dan:



Wat een spanning! En wat een tekeningen! Kijk alleen maar eens naar hoe Follet die touwbruggen tekende! Van dat laatste plaatje krijg je spontaan vertigo:



De keuze was toch niet zo moeilijk...

Als ik uit de Eppo had moeten kiezen, was het deze plaat denk ik niet geworden...

vrijdag 10 april 2020

De hand...


Op 13 maart overleed René Follet. In de pak 'm beet 25 jaar dat ik contact met hem had, bouwde ik een aardige collectie originele tekeningen van zijn hand op. Ik kocht ze van hem, kreeg regelmatig iets, maar kocht ook dingen 'in de markt'.

Zijn overlijden maakte veel herinneringen los, iedere tekening vertelt wel een verhaal. Niet alleen over het gebruik er van in een publicatie, maar zeker ook over hoe ik er aan gekomen ben.

In dit blog wil ik wat herinneringen delen, maar vooral het geweldige werk van Follet laten zien en in leven houden.

Deze foto maakte ik in zijn atelier in Linkebeek. Zijn tekentafel stond tegen het raam en vlak achter hem stond een kastje. Ik moest me in een wat ongemakkelijke positie manoeuvreren om voldoende afstand te krijgen, maar ik ben nog steeds tevreden met het resultaat. Ook de foto op de achtergrond van dit blog maakte ik toen. Follet is hier bezig met een pagina uit Terreur.

Rechts naast de tekentafel staat een lage tafel met daarop een wirwar aan verf, inkt, potjes, penselen, nu ja, alles wat een tekenaar nodig heeft.

In de hoek zie je nog net de boekenkast waarin een deel van zijn documentatie stond en achter de tekentafel zelf stond nog een ezel met daarop 'work in progress'.

Achter het gordijn was nog een kamer waar de rest van zijn documentatie stond met aangrenzend een klein, smal keukentje dat tevens dienst deed als archief. Daar lagen zijn originelen en schetsen opgeslagen. Ach, als ik daar een vrij in had mogen neuzen...

Zo'n anderhalf jaar voor z'n dood verhuisde Follet uit Linkebeek en gaf het atelier op. Helaas waren we elkaar tegen die tijd een beetje uit het oog verloren. Ik wilde hem nog steeds weer eens een brief schrijven. De dood kwam tussen ons beide.


Het atelier van Follet bevond zich op de bovenste verdieping links, drie steile trappen naar boven. Follet schoot, ondanks zijn leeftijd, altijd als een hinde naar boven, ik volgde hijgend en piepend...